wijdlopig
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), al te uitvoerig, breedvoerig, lang, gerekt: een wijdlopig schrijven; iets wijdlopig behandelen.
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., wiidweidich, omslachtich; — zijn, net koart om ’e hoeke kinne, by (Ljouwert en) Dokkum, by Aken en Keulen om gean, net koart krieme kinne, in bulte heljen, halen oan ’e klink hawwe.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (uitvoerig, dikwijls met de bij bet. van: vervelend): een wijdlopige beschrijving, gerekt.
Jozef Verschueren (1930)
(wijtlo:pəch) bn. en bw. (-er, -st) lang en vervelend : een -e beschrijving; iemand schrijven. Syn. → breedsprakig,
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, -st), breedvoerig, lang, gerekt: een wijdlopig schrijven; iets wijdlopig behandelen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: