Wat is de betekenis van wielrijden?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

wielrijden

wielrijden - Werkwoord 1. (sport) het rijden op een fiets als sport of recreatie, fietsen Ben je nog wezen wielrijden dit weekeinde? Woordherkomst samenstelling van wiel en rijden

2024-04-27
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

wielrijden

wielrijden: koersen, fietsen.

2024-04-27
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

wielrijden

(alleen onbep. wijs)-fiets- rijden, fietsen

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wielrijden

v., fytse, fytsride.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wielrijden

(alleen onbep. w. in zelfst. gebr.),fietsen.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wielrijden

enkel in de onbep. wijs (fietsrijden): houdt ge nog al van wielrijden? ik ga wat wielrijden.

2024-04-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Wielrijden

→ Rijwiel.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wielrijden

('wi:l) wkw. rijden op het rijwiel, fietsrijden : hou je nogal van -?

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Wielrijden

matig en verstandig beoefend, behoort tot de gezondste lichaamsoefeningen en is geschikt, de schadelijke gevolgen van een zittende levenswijze door versterking van de hartspier, aanzetten van den bloedsomloop en verbetering van de geheele stofwisseling op te heffen en een weldadigen invloed op lichaam en geest uit te oefenen. Daarbij wordt natuurli...