wie niet weg is, is gezien
formule die na het aftellen door de zoeker bij het verstoppertje spelen wordt uitgesproken. Voorbeelden: Hij riep zij het slechts in gedachten - alsof hij de zoeker was bij verstoppertje spelen: één, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien! Wie niet weg is, is gezien! Ik kom! Jan Meyers, Het samenzijn, 1...