Wat is de betekenis van wezengoed?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wezengoed

o. (-eren), geld, goederen aan wezen toebehorende.

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

wezengoed

(18e eeuw) (Vlaanderen, euf.) de schaamdelen. Syn.: edele* delen; partij*; verboden* delen; vuile* dingen. • Weezengoed. o. De schaamdeelen: (1792) men moest de helft van die gasten hun weeze-goed afschuppen. Vader Roeland, 44. (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950)

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wezengoed

o. (-eren) geld, goed aan een wees toebehorend.

Gerelateerde zoekopdrachten