Wat is de betekenis van WELVOEGLIJKHEID?

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Welvoeglijkheid

v., wat past, behoort, inz. wat niet met de goede zeden strijdt: dat is met de welvoeglijkheid in strijd.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

welvoeglijkheid

v.(...heden) 1. Eig. het welvoeglijk zijn. 2. Metn. goede manieren.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WELVOEGLIJKHEID

WELVOEGLIJKHEID, v. goede manieren: dat is met de welvoeglijkheid in strijd.