Wat is de betekenis van weldoorvoed?

2024-04-29
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

weldoorvoed

Welgevoed, dik; zwaarlijvig. De handeling ‘goed eten’ staat hier voor het resultaat. (‘Geluk’, p. 53). De grootmoeder..., breed en weldoorvoed en rustig van gebaren. Schatten & Antink: Sprotje, tweede dr. 1909, geciteerd in WNT

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Weldoorvoed

adj., oanfuorre, fleizich; — zijn, (goed) op ’t foer sitte.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Weldoorvoed

bn., goed gevoed: weldoorvoede mensen weten niet wat honger is.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

weldoorvoed

bn. (goed gevoed).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

weldoorvoed

bn. en bw. goed gevoed : een mens.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten