weerwil
weerwil - Zelfstandignaamwoord ♢ In weerwil van de regen en de storm hadden de scouts toch een prima kampeerweekeinde gehad. ♢ In weerwil van alle tegenwerking had ze toch maar als eerste haar diploma gehaald.
Wiktionary (2019)
weerwil - Zelfstandignaamwoord ♢ In weerwil van de regen en de storm hadden de scouts toch een prima kampeerweekeinde gehad. ♢ In weerwil van alle tegenwerking had ze toch maar als eerste haar diploma gehaald.
Muiswerk Educatief (2017)
weerwil - zelfstandig naamwoord uitspraak: weer-wil 1. gevoel iets vies of vervelend te vinden ♢ met weerwil heb ik die klus uitgevoerd 1. in weerwil van [ondanks, niettegenstaande] ...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
WEERWIL - m. spijt, tegenzin: iets met weerwil doen; in weerwil van, ondanks, desniettegenstaande : in weerwil van zijne vlijt slaagde hij niet.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: