Wat is de betekenis van weerwil?

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

weerwil

weerwil - Zelfstandignaamwoord In weerwil van de regen en de storm hadden de scouts toch een prima kampeerweekeinde gehad. In weerwil van alle tegenwerking had ze toch maar als eerste haar diploma gehaald.

2025-07-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

weerwil

weerwil - zelfstandig naamwoord uitspraak: weer-wil 1. gevoel iets vies of vervelend te vinden ♢ met weerwil heb ik die klus uitgevoerd 1. in weerwil van [ondanks, niettegenstaande] ...

2025-07-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

weerwil

in weerwil van, ten spyte van.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

weerwil

m. (tegenzin): in weerwil van, ondanks.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

weerwil

('we:r) m. tegenzin: in van, ondanks, niet-tegenstaande.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Weerwil

in weerwil van, ondanks, niettegenstaande.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WEERWIL

WEERWIL - m. spijt, tegenzin: iets met weerwil doen; in weerwil van, ondanks, desniettegenstaande : in weerwil van zijne vlijt slaagde hij niet.

2025-07-16
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)