Wat is de betekenis van weerbots?

2024-04-27
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

weerbots

de weerbots van dit optreden (weerslag, terugslag)

2024-04-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

weerbots

(de) weeromstuit, weerslag, terugslag. - de weerbots van iets krijgen, de terugslag krijgen, ergens de dupe van zijn. Delhaize kreeg de weerbots van de mooie winst van donderdag en verloor 5,37%. - LN, 12-11-2002.

2024-04-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

weerbots

1. Klap, slag als antwoord; als ge wilt vechten, moet ge tegen de weerbots kunnen. 2. Weeromstuit, reactie, terugslag; weerslag; - de weerbots van iets krijgen, ook: van iets de dupe zijn. Alles was te kort of te lang en zijn huisgenoten kregen de weerbots van zijn wrok. Hij moest zijn woede op iemand kunnen uitwerken, BIJDEKERKE 194...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

weerbots

m. weerbotsen (Z.-N. weeromstuit).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

weerbots

m. (-en) weer(om)stuit.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)