Wat is de betekenis van WEEKVINNIG?

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

weekvinnig

(we:k'finnәch) bn. met weke vinnen.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WEEKVINNIG

WEEKVINNIG - bn. met weeke vinnen: weekvinnige visschen, eene orde der visschen, gekenmerkt door de weekheid hunner in leedjes afgedeelde vinstralen, welke naar de punt toe meestal gespleten zijn (annacanthini).

Gerelateerde zoekopdrachten