weekvinnig
(we:k'finnәch) bn. met weke vinnen.
J.H. van Dale (1898)
WEEKVINNIG - bn. met weeke vinnen: weekvinnige visschen, eene orde der visschen, gekenmerkt door de weekheid hunner in leedjes afgedeelde vinstralen, welke naar de punt toe meestal gespleten zijn (annacanthini).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: