Wat is de betekenis van weekdag?

2024-04-30
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

weekdag

Het begrip weekdag heeft 2 verschillende betekenissen: 1) gewone dag in de week. elk van de vijf of zes dagen van maandag tot en met vrijdag of zaterdag, die bestemd is voor werk, school of zekere activiteit en wordt gesteld tegenover het weekend of de zondag die als rusttijd gelden; elk van de dagen uit de (werk)periode van maandag tot en m...

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

weekdag

weekdag - Zelfstandignaamwoord 1. (tijdrekening) een doordeweekse dag en kan betreffen maandag, dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag Op een weekdag moet ik werken. Woordherkomst samenstelling van week en dag Antoniemen weekenddag Verwante begrippen schooldag,...

2024-04-30
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-30
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)