Wat is de betekenis van Wawelen, Wauwelen?

2024-04-27
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Wawelen, Wauwelen

Wawelen, Wauwelen, ow. gel. (ik wauwelde, heb gewauweld), lang en vervelend praten. *...AAR, m., -STER, v. (-s). *...PARTIJ, v. (-en), lang en vervelend gesnap.

Gerelateerde zoekopdrachten