warmoes
Oudhollandse benaming voor ‘snijbiet’ (zie aldaar)
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. MNed. warmmoes = warme spijs, soep, later ook: groente] oud woord voor groente, d.w.z. bladgroente en kool.
Pieter Scheen (1980)
Andries. Was werkzaam van vóór 1778 tot 1787. Komt niet voor in de archieven te Amsterdam. Portret- en decoratieschilder. Werken van hem bevinden zich o.a. in de navolgende gebouwen: R. K. kerk (H. Jacobus) Alkmaar: portret van een geestelijke (ged. 1785). Pastorie R.K. kerk Zaandijk: portret van een geestelijke (ged. 1785). Wevers...
Veerman (1954)
is afgeleid van het woord warm-moes. Hiermede werden vroeger de groenten aangeduid, die tot moes werden gekookt en dan warm geconsumeerd. Tegenwoordig leeft dit woord nog voort in warmoezerij en warmoezerijproducten.
M. J. Koenen's (1937)
o. (eig. warm-moes d.i. warme soep of spijs; na wijziging v. d. bet. van moes: groente gekookt of ongekookt; nu: moesgroente).
Dr. L.M. Metz (1937)
Groente. Warmoestuin: groentetuin. Voor vijftig jaar was het woord nog algemeen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: