Wat is de betekenis van WARATJE?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

waratje

(1694) (tussenwerpsel) waarachtig, warempel. Vgl. warachies*. • Pietje schijnt waratje verliefd!... Biecht eens op, mannetje! (Jan Feith: Uit Piet’s vlegeljaren. 1911) • ‘Komaan, daar hebben we den man met de poppenkast waratje weer!’ lachte deze. (Chr. Van Abkoude: Een ongeluksvogel. 4e druk. 1923) • Hij schrikt...

2024-04-29
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

waratje

Verzachtende vervorming van waarachtig. Soms wordt het ook als min of meer eufemistisch vloekwoord gebruikt. De term komt voor vanaf de 18de eeuw. Het is tevens de karakteristieke uitspraak van Pieter Stastok, een schepping van Nicolaas Beets.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Waratje

bw. en tw., verzachtende vervorming van waarachtig.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

waratje

(warempel) 1 bw.: Pieter is waratje verliefd, wezenlijk; 2 tw.: waratje, het is waar!

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

waratje

(wa'ratjə) bw. en tw. waarachtig, wezenlijk, warempel, maar verzachtend : hij is aangeschoten! -, wie had dat gedacht!

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WARATJE

WARATJE - bw. verzachtende uitdr. voor waarachtig.

Gerelateerde zoekopdrachten