Wat is de betekenis van Wapperen?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

wapperen

wapperen - Werkwoord 1. (inerg) heen en weer waaien Haar haren wapperden in de wind toen de motorboot op snelheid kwam.

2024-04-29
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Wapperen

Wapperen - 'eraf wapperen': gelost worden.

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

wapperen

wapperen - regelmatig werkwoord uitspraak: wap-pe-ren 1. snel heen en weer bewegen door de wind ♢ de haren van de fietser wapperden Regelmatig werkwoord: wap-pe-ren ik wapper jij/u wappe...

2024-04-29
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Wapperen

In: met de portefeuille wapperen. Een bewindspersoon die met zijn/haar ontslag dreigt.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wapperen

v., wapperje, wabberje.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wapperen

(wapperde, heeft gewapperd), heen en weder waaien, fladderen (door de wind): de vlaggen wapperen ; wapperende sluiers.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wapperen

wapperde, h. gewapperd (uitwaaien, fladderen door de wind): gij schitterende kleuren v. Nederlands vlag, wat wappert gij fier op de vloed; boven de huizen wapperen.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wapperen

(wapperde, heeft gewapperd) fladderen door de wind : de vlag wapperde.