wapperen
wapperen - Werkwoord 1. (inerg) heen en weer waaien ♢ Haar haren wapperden in de wind toen de motorboot op snelheid kwam.
Wiktionary (2019)
wapperen - Werkwoord 1. (inerg) heen en weer waaien ♢ Haar haren wapperden in de wind toen de motorboot op snelheid kwam.
Muiswerk Educatief (2017)
wapperen - regelmatig werkwoord uitspraak: wap-pe-ren 1. snel heen en weer bewegen door de wind ♢ de haren van de fietser wapperden Regelmatig werkwoord: wap-pe-ren ik wapper jij/u wappe...
Van Dale Uitgevers (1950)
(wapperde, heeft gewapperd), heen en weder waaien, fladderen (door de wind): de vlaggen wapperen ; wapperende sluiers.
M. J. Koenen's (1937)
wapperde, h. gewapperd (uitwaaien, fladderen door de wind): gij schitterende kleuren v. Nederlands vlag, wat wappert gij fier op de vloed; boven de huizen wapperen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: