Wat is de betekenis van wantrouwend?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

wantrouwend

wantrouwend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanwantrouwen

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

wantrouwend

wantrouwend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: wan-trou-wend 1. met een gevoel dat je het niet vertrouwt ♢ met een wantrouwende blik keek ze me aan Bijvoeglijk naamwoord: wan-trou-wend ... is wantrouwender dan ......

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wantrouwend

adj., wan-, mistrouwich, ûnbitrousum, erchtinkend, ûnfortrousum.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wantrouwend

('trouwənt) bn. en bw. achterdochtig.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Wantrouwend

bn. en bw., achterdochtig: wantrouwende blikken.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)