Wat is de betekenis van WANSMAKELIJK?

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wansmakelijk

bn. bw. (-er, -st), 1. slecht smakende ; walglijk ; 2. van een valse smaak getuigend.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wansmakelijk

bn.; onaangenaam, walgelijk: een wansmakelijk schouwspel; wansmakelijk gekleed.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wansmakelijk

('sma:kələk) bn. en bw. (-er, -st) 1. een wansmaak hebbend. 2. walgelijk : een schouwspel.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Wansmakelijk

bn. en bw. (-er, -st), 1. slecht smakend; walgelijk; 2. van een valse smaak getuigend.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WANSMAKELIJK

WANSMAKELIJK - bn. bw. (-er, -st), een slechten smaak hebbende; walglijk; (fig.) naar een valschen smaak gekozen. WANSMAKELIJKHEID, v.