Wat is de betekenis van wanker?

2024-04-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

wanker

(zelfstandig naamwoord) [alg.] rukker, slappe lul - Een grote bek, dat wel, maar verder een slappe lul.

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

wanker

(1998) (< Eng. sl. rukker) (Vlaanderen, jeugd) mislukkeling; onnozele hals; loser. Wanker komt uit het Norfolks dialect van de late 19e eeuw. Het betekent niet alleen rukker (iemand die masturbeert) maar ook: een luie, incompetente, onaangename persoon. In die laatste betekenis duikt het (in het Engelse taalgebied) voor het eerst op in 1971. &bu...

Gerelateerde zoekopdrachten