Wat is de betekenis van Wankeling?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wankeling

v. (-en), 1. het wankelen; keer dat men wankelt; 2. aarzeling, besluiteloosheid.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wankeling

v. -en; aarzeling, onzekerheid.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Wankeling

v. (-en), 1. het wankelen; keer dat men wankelt; 2. aarzeling, besluiteloosheid.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)