Wat is de betekenis van WANKANT?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wankant

m. (-en), ruwe, niet gekantrechte of ronde zijde van hout dat uit ronde stammen of balken gezaagd is ; ook : hout met zo’n kant, bleshout.

2025-07-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

wankant

die baskant van hout.

2025-07-16
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Wankant

1. W. noemt men vierkant beslagen houtwerken met ronde hoeken in tegenstelling met meskant, waarbij de ribben van het houtwerk scherp zijn (z. Waankant).2. (veet.) Plaatselijk gezegd van een niet-vierkante uier bij de koe, dus i.pl.v. onkant.

2025-07-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Wankant

s., waenkant.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wankant

m. -en; bastzijde van het hout.

2025-07-16
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Wankant

Zichtbaar gedeelte van schors of bast aan een plank of vierkanten houten paal. Wanneer een boomstam in planken of deelen wordt gezaagd, zonder dat men deze verder „kantrecht” maakt, blijft de w. zichtbaar.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wankant

m. (-en) ruwe zijde : de van hout.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Wankant

m. (-en), bastzijde van het hout.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

WANKANT

WANKANT - m. (-en), ruwe zijde, de bastzijde van het hout.