Wat is de betekenis van waakzaam?

waakzaam - Bijvoeglijk naamwoord 1. oplettend. ♢ Die man bezit een waakzame hond. Woordherkomst Afgeleid van waken|waak- met het achtervoegsel -zaam.

waakzaam - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: waak-zaam 1. klaar om in te grijpen ♢ hij is altijd erg waakzaam als hij op de kinderen past 1. er een waakzaam oog op houden [er goed op letten]...

adj., wach, waeks.

...

bn. bw. (...zamer,-st), 1. ijverig wakende : een ivaakzame hond: 2. oplettend, acht slaand op wat kan gebeuren, gereed om te handelen : wij moeten waakzaam blijven ; hij is voor zijn zaak zeer waakzaam ; — een waakzaam oog op of over iets houden, er voortdurend op toezien.

bn., bw.; -zamer, -st; ijverig wakende; wakker, oplettend, zorgzaam: een waakzaam oog houden op.

('wa:ksa:m) bn. en bw. (...zamer, -st) 1. ijverig wakend. 2. zorgvuldig, oplettend. 3. opmerkzaam.

bn. en bw. (-zamer, -st), 1. ijverig wakend; 2. oplettend, gereed om te handelen: een waakzaam oog op of over iets houden, erop blijven toezien.

...