Wat is de betekenis van vurigheid?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vurigheid

vurigheid - Zelfstandignaamwoord 1. heftigheid van gemoedstoestanden, hartstochten en driften Met grote vurigheid verdedigde de politicus de standpunten van zijn partij. De jongeman verklaarde met grote vurigheid zijn liefde aan het meisje van zijn dromen...

2024-04-30
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

vurigheid

Houtgebrek, begin van bruine rot.

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vurigheid

s., fjurrigens, hjittens, hitens.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vurigheid

v., het vurig-zijn in de versch. bet.; hartstochtelijkheid ; — branderigheid : vurigheid der huid; — brand in het koren.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vurigheid

v.; hevigheid.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vurigheid

('vu:rɘcheit) v. het vurige nl. 1. (1) brand, gloed. 2. (3) hevigheid, ijver.

Gerelateerde zoekopdrachten