Wat is de betekenis van Vuilmaken?

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vuilmaken

(maakte vuil, heeft vuilgemaakt), vuil maken ; — (fig.) zijn handen ergens niet aan vuilmaken, zich er niet mede inlaten (als zijnde verachtelijk of onverkwikkelijk) ; geen woorden aan iets vuilmaken, er geen woorden over verliezen.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vuilmaken

maakte vuil, heeft vuilgemaakt; bevuilen, ontreinigen: er geen woorden over vuilmaken, over verliezen; zijn handen aan dien kerel niet vuilmaken; refl. zich vuilmaken.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vuilmaken

('vuil) (maakte vuil, heeft vuilgemaakt) vuil maken, bevuilen, ontreinigen : ik wil me aan die vent niet -. → woord.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vuilmaken

(maakte vuil, heeft vuilgemaakt), maken dat iets vuil wordt; maak je niet vuil; zijn handen ergens niet aan vuilmaken, zich er niet mee inlaten (als zijnde verachtelijk of onverkwikkelijk); geen woorden aan iets vuilmaken, er niet of nauwelijks over spreken.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VUILMAKEN

VUILMAKEN - (maakte vuil, heeft vuilgemaakt), vuil maken.

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)