vrouwtje
vrouwtje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vrouw
Wiktionary (2019)
vrouwtje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vrouw
Marc De Coster (2017)
Vrouwtje - een van de vele benamingen voor een meisje. Syn.: doos, gleufdoos , gleufdier , miep.
Michel Uyen
Hoe is het met het vrouwtje? (Hoe gaat het met je vrouw?; niet seksistisch of denigrerend bedoeld)
Dr. Johannes van der Schaar (1964)
v -> Frauk. Deze naam is ook veel in joodse kringen in gebruik, aangepast aan Jiddisch Fraatje, vertaling van Hebr. simcha 'vreugde' (Meertens in Meded. Naamk. XXX, 181). Vgl. reeds in 1722 Vrouwtje Mozes Goldsmit, geb. in Amsterdam (Gens N. XXI, 325).
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), 1. kleine vrouw ; indien bep. bedoeld als van kleine gestalte, voegt men er bijna altijd dit bn. bij : een klein, dik vrouwtje ; 2. vrouw, met bep. min of meer vertederde of liefkozende gevoelsnuance gebezigd : hij heeft een lief vrouwtje ; het jonge vrouwtje ; min of meer medelijdend : een oud vrouwtje ; da...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-s), 1. kleine vrouw; 2. liefkozende ben.: hij heeft een lief -; (mv.) m.n. met gedachte aan het seksuele: hij kijkt te veel naar de vrouwtjes; 3. dier van het vrouwelijk geslacht: de vrouwtjes zijn minder fel gekleurd dan de mannetjes.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: