Wat is de betekenis van vrijdags?

2024-04-30
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

vrijdags

Het begrip vrijdags heeft 2 verschillende betekenissen: 1) op vrijdag plaatsvindend. op vrijdag plaatsvindend; op vrijdag verschijnend; ook: op iedere vrijdag plaatsvindend; op vrijdag gebruikelijk. 2) op vrijdag; 's vrijdags. op vrijdag; 's vrijdags; ook: op elke vrijdag. Vaak niet duidelijk te scheiden van de combinati...

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vrijdags

vrijdags - Bijvoeglijk naamwoord 1. (tijdrekening) op de vrijdag betrekking hebbend Lekker onbezorgd een vrijdags terrasje doen in Leuven! vrijdags - Bijwoord 1. (tijdrekening) op vrijdagen We gaan vrijdags meestal winkelen. ...

2024-04-30
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vrijdags

I. bw., op of elke Vrijdag: hij komt altijd Vrijdags; II. bn., op Vrijdag plaats hebbend, verschijnend : de Vrijdagse markt, courant.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Vrijdags

bn., bw.; op Vrijdag, elke Vrijdag: de Vrijdagse markt; zegsw. Vrijdags weer, Zondags weer; Vrijdags is het hier markt.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vrijdags

('vrij) bn. en bw. op vrijdag: de -e markt; weer, zondags weer.