Wat is de betekenis van vrijbuiterij?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vrijbuiterij

v. (-en), het varen als vrijbuiter, kaapvaart; — fig.: journalistieke vrijbuiterij.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vrijbuiterij

v. -en; kaperij.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vrijbuiterij

(vrijbuiterij) v. (-en) 1. het vrijbuiten (2). zeeroof. 2. Algm. roof : journalistische -.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten