Wat is de betekenis van vriendelijkheid?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vriendelijkheid

vriendelijkheid - Zelfstandignaamwoord 1. het vriendelijk zijn Woordherkomst afgeleid van vriendelijk met het achtervoegsel -heid

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vriendelijkheid

vriendelijkheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: vrien-de-lijk-heid 1. iets waaruit zorg en aandacht voor anderen blijkt ♢ als blijk van vriendelijkheid kregen we een souvenir mee 2. het hebben van zorg en aandacht voor andere...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vriendelijkheid

s., freonlikens, gollens, minlikens; al te grote —, swietens, oansjitskens; valse —, moaijens, froedens,: glaeijens, fluenskens; — van wezen, blierens.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vriendelijkheid

v. (...heden), 1. minzaamheid, voorkomendheid; 2. daad, blijk van goede gezindheid, attentie ; ook iron.; 3. het vriendelijk-zijn in de bet. 2.: frisse bloemengaarde, zo needrig, maar zo rijk, in vriendlijkheid, op aarde, geen plekje u gelijk! (De Génestet).

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vriendelijkheid

v. -heden; minzaamheid, voorkomendheid, uiting: die vriendelijkheid is verdacht; kleine vriendelijkheden.

2024-04-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Vriendelijkheid

➝ Beminnelijkheid.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vriendelijkheid

v.(...heden) 1. Eig. het vriendelijk zijn. 2. Metn. iets vriendelijks.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vriendelijkheid

v. (-heden), 1. minzaamheid, voorkomendheid; 2. daad, blijk van goede gezindheid, attentie; 3. het vriendelijk-zijn.