Wat is de betekenis van vraatzuchtig?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vraatzuchtig

vraatzuchtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. gekenmerkt door vraatzucht Woordherkomst afgeleid van vraatzucht met het achtervoegsel -ig

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vraatzuchtig

vraatzuchtig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: vraat-zuch-tig 1. heel erg gulzig ♢ vraatzuchtig viel Noëmi aan op de maaltijd Bijvoeglijk naamwoord: vraat-zuch-tig ... is vraatzuchtiger dan ... ...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vraatzuchtig

adj., roppich halich, fretterich.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vraatzuchtig

bn. (-er, -st), vraatzucht betonende.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vraatzuchtig

bn.; gulzig: de vraatzuchtige wolf.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vraatzuchtig

('suchtəch) bn. en bw. (-er, -st) gulzig.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vraatzuchtig

bn. en bw. (-er, -st), gekenmerkt door vraatzucht.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VRAATZUCHTIG

VRAATZUCHTIG - bn. (-er, -stj, vraatzucht betoonende.