voorwiel
(19e eeuw) (Barg.) 1 gulden. 'Leen me even een voorwiel.' Zie ook: achterwiel*. • Achterwiel, volksbenaming voor het 2'/i Guldenstuk, met bijgedachte aan de achterste, grootste wielen van een rijtuig ; de gulden heet dan voorwiel oficiel, ook pop naar den ouden stempel met het beeld der vrijheid.... (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordens...