Wat is de betekenis van voorwiel?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

voorwiel

(19e eeuw) (Barg.) 1 gulden. 'Leen me even een voorwiel.' Zie ook: achterwiel*. • Achterwiel, volksbenaming voor het 2'/i Guldenstuk, met bijgedachte aan de achterste, grootste wielen van een rijtuig ; de gulden heet dan voorwiel oficiel, ook pop naar den ouden stempel met het beeld der vrijheid.... (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordens...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

voorwiel

voorwiel - Zelfstandignaamwoord 1. (werktuigbouwkunde) voorste of elk van de voorste wielen van een voertuig (met wielen) Woordherkomst samenstelling van voor en wiel

2024-04-29
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

voorwiel

gulden, zie achterwiel: Boeventaal.

2024-04-29
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

voorwiel

(het; -en) 1 - voorste wiel van een fiets 2 AL schertsend, spreektaal - gulden (euro): leen me even een voorwiel

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Voorwiel

o., (Barg.) gulden

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Voorwiel

s.n., foarste tsjil(it),foartsjil(it).

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Voorwiel

o., wiel van een ploeg dat in de vore loopt.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

voorwiel

gulden.