Wat is de betekenis van vooruitbetalen?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vooruitbetalen

vooruitbetalen - Werkwoord 1. (ov) iets van tevoren betalen Woordherkomst samenstelling van vooruit(bijwoord) en betalen(werkwoord) Verwante begrippen vooruitbetaling

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vooruitbetalen

van te voren betalen.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vooruitbetalen

betaalde vooruit, heeft vooruitbetaald; van te voren betalen: vooruit te betalen; een telegram met vooruitbetaald antwoord.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vooruitbetalen

(vo:r'uid) (betaalde vooruit, heeft vooruitbetaald) van te voren, vroeger betalen.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)