Wat is de betekenis van voortijd?

2024-04-30
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

voortijd

Het begrip voortijd heeft 2 verschillende betekenissen: 1) de oudste of vroegste tijd. de oudste of vroegste tijd, vooral beschouwd als een fase die niet meer bekend is of slechts vaag via mythes; het zeer verre verleden waarmee de geschiedenis ooit begon. 2) periode uit de oudste tijden. periode die behoort tot de oudste of vroegste...

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Voortijd

s., foartiid.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Voortijd

m. (-en), zeer oude historische, of inz. voorhistorische tijd : in de grijze voortijd.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

voortijd

m. -en; zeer oude tijd: in de grijze voortijd, voorhistorische; zie ald.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

voortijd

('vo:r) m. (-en) 1. zeer oude tijd, vroegere eeuwen : in de grijze der historie. 2. lente, voorjaar.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Voortijd

m. (-en), zeer oude historische, of m.n. prehistorische tijd.

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VOORTIJD

VOORTIJD - m. (-en), voorjaar, lente; — zeer oude tijd, vroegere eeuwen.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)