voorsteken
voorsteken - Werkwoord 1. (intr) (België) voordringen Woordherkomst samenstelling van voor en steken
Wiktionary (2019)
voorsteken - Werkwoord 1. (intr) (België) voordringen Woordherkomst samenstelling van voor en steken
Peter Bakema (2003)
(stak voor, voorgestoken) voorbijrijden, inhalen, voordringen, voorkruipen, voorgaan. Roland D.V. uit Gent zal waarschijnlijk nooit meer voorsteken als hij frieten wil kopen. Dat was immers de reden waarom hij voor een Gentse frituur in elkaar werd geslagen door vier dertigers. - LN, 02-06-2001.
Walter De Clerck (1981)
1. In het verkeer: (een voertuig) inhalen. 2. Van pers.: zijn beurt niet afwachten (in een winkel e.d.); voordringen, voorkruipen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(stak voor, heeft en is (3.) voorgestoken), 1. voor iets anders steken ; aan de voorzijde (vast)steken ; 2. (gew.) naar voren schuiven ; iem. voorsteken, begunstigen boven anderen; 3. (gew.) door ijverig werken iem. voorbijleren.
Jozef Verschueren (1930)
(stak voor, voorgestoken) 1. (heeft) voor iets anders steken. 2. (is) voorbijrijden : een auto -
J.H. van Dale (1898)
VOORSTEKEN - (stak voor, heeft voorgestoken), voor iets anders steken ; aan de voorzijde (vaststeken; — (gew.) iem. voorsteken, begunstigen boven anderen; (ook) door ijverig werken iem. voorbijleeren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: