Wat is de betekenis van voorseizoen?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

voorseizoen

Het begrip voorseizoen heeft 3 verschillende betekenissen: 1) toeristische periode. periode met relatief weinig toeristen die voorafgaat aan het hoogseizoen; rustige periode aan het begin van het toeristische seizoen. 2) periode voorafgaand aan het officiële wedstrijdseizoen. periode die voorafgaat aan het officiële competi...

2024-04-29
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

voorseizoen

voorseizoen: wedstrijdperiode die loopt van eind januari tot eind april.

2024-04-29
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

voorseizoen

(het; -en) - wedstrijdperiode van eind februari tot eind april, bv. gerekend vanaf de Omloop Het Nieuwsblad (voorheen Omloop Het Volk) tot en met de Amstel Gold race. • Veel renners beschouwen alles vóór de Tour de France als voorseizoen. (BRUYV)

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Voorseizoen

s.n., foartiid.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Voorseizoen

o., tijd die onmiddellijk voorafgaat aan het eigenlijke seizoen.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten