Wat is de betekenis van VOORREKENEN?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Voorrekenen

(rekende voor, heeft voorgerekend), ten overstaan van iem. berekenen, rekenende aantonen: ik zal je voorrekenen, hoe ik met het geld sta ; — ook fig., uiteenzetten.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

voorrekenen

('vo:r) (rekende voor, heeft voorgerekend) 1. het rekenen voordoen. 2. rekenend uiteenzetten.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Voorrekenen

(rekende voor, heeft voorgerekend), ten overstaan van iemand berekenen, rekenend aantonen; (fig.) uiteenzetten.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VOORREKENEN

VOORREKENEN - (rekende voor, heeft voorgerekend), het rekenen voordoen; — rekenende opsommen ten aanhooren van een ander : ik zal je voorrekenen, hoe ik met het geld sta, uiteenzetten.

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)