Wat is de betekenis van VOORLEDEN?

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Voorleden

zie VERLEDEN.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

voorleden

1. bn.; verleden: voorleden Vrijdag; 2. zn. o.: zij verwijlt gaarne in het voorleden.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

voorleden

(vo:r'le:dən) bn. Veroud. verleden.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Voorleden

(het accent wisselt), bn., verleden.

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VOORLEDEN

VOORLEDEN - bn. zie VERLEDEN.

2024-04-30
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)