Wat is de betekenis van VOORINGENOMEN?

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vooringenomen

adj., partidich.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vooringenomen

bn. (-er, -st), van te voren een bep. gezindheid voor of tegen iem. of iets hebbend, partijdig: hij was vooringenomen tegen hem en heeft hem dus niet billijk behandeld.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vooringenomen

bn. (voorliefde voelend of hebbend; inz. ong. partijdig): de onderwijzeres mag niet vooringenomen zijn ten opzichte van enig kind; tegen iem. vooringenomen zijn.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vooringenomen

(vo˙r'in) bn.en bw. (-er, -st) van te voren voorliefde of tegenzin hebbend, partijdig : tegen iemand zijn; een onderwijzer mag niet zijn ten opzichte van enig leerling.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vooringenomen

bn. (-er. -st), van tevoren een bepaalde gezindheid voor of tegen iemand of iets hebbend, partijdig: hij was vooringenomen tegen hem.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VOORINGENOMEN

VOORINGENOMEN - bn. (-er, -st), gunstig gestemd (voor iem. of iets), partijdig. VOORINGENOMENHEID, v. neiging tot, voorliefde, partijdigheid : dwaze, blinde vooringenomenheid; (ook) verbeelding.

2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)