Wat is de betekenis van voorbode?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

voorbode

voorbode - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) (letterlijk) bode die vooruitgestuurd is om de komst van iets of iemand aan te kondigen, voorloper ,aankondiger De voorbode kondigde de komst van de koning en de koningin aan. 2. (figuurlijk) iets dat het naderen van een feit in de toekoms...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

voorbode

voorbode - zelfstandig naamwoord uitspraak: voor-bo-de 1. wat duidelijk maakt dat iets gaat gebeuren ♢ een krokus is voorbode van de lente Zelfstandig naamwoord: voor-bo-de de voorbode d...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

voorbode

voorteken; iem. wat vooraf iets verkondig, voorloper.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Voorbode

s., foarboade.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Voorbode

m. en v. (-n), bode die vooruitgestuurd is om de komst van iem. of iets aan te kondigen ; vand. lig. voor aankondiger, voorteken : dat was een voorbode van de storm; de zwaluwen zijn de voorboden der lente.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

voorbode

m. en v. voorboden (een bode, boodschappend, dat iem. of iets komen zal): de zwaluw is de voorbode der lente; een komeet als voorbode van onheil, voorteken.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

voorbode

(’vo:r) m. en v. (-n, -s) 1. Eig. bode die iets vooraf verkondigt. 2. Metf. voorteken : vroeger beschouwde men een komeet als de van naderend onheil.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Voorbode

m. (-n, -s), aankondiger; voorteken: dat was een voorbode van de storm.