Wat is de betekenis van voorbijvaren?

voorbijvaren - Werkwoord 1. inhalen door te varen ♢ Wij voeren het langzame schip voorbij 2. naar een punt toe varen en dan verder gaan ♢ Wij voeren Amsterdam voorbij. Woordherkomst samenstelling van voorbij en varen

Werkwoord: voorbijvaren, langsvaren, voorbijzeilen, uitzeilen, voorbijstevenen, een weg afvaren, een weg afzeilen, doorvaren, doorzeilen, schutten, sluizen. rondvaren, omvaren, rondzeilen, ronddobberen, rondzwalken, omzeilen, achteromvaren, achteromlopen, achteromkomen, de kaap te boven komen, doubleren. Naamwoord: doorvaart, vlie,...