voorbereiden
voorbereiden - Werkwoord 1. (ov) handelingen verrichten die een latere gebeurtenis mogelijk moeten maken ♢ We moeten ons daar nog even op voorbereiden.
Wiktionary (2019)
voorbereiden - Werkwoord 1. (ov) handelingen verrichten die een latere gebeurtenis mogelijk moeten maken ♢ We moeten ons daar nog even op voorbereiden.
Muiswerk Educatief (2017)
voorbereiden - regelmatig werkwoord uitspraak: voor-be-rei-den 1. alles wat nodig is klaarmaken of regelen ♢ we hebben onze reis goed voorbereid 2. ervoor zorgen dat je er klaar voor bent ♢ ik h...
Van Dale Uitgevers (1950)
(bereidde voor, heeft voorbereid), 1.vooraf bereiden; van te voren het nodige verrichten of gereedmaken: een feest voorbereiden; alles tot de ontvangst der gasten voorbereiden ; zich, iem. voor een examen voorbereiden, de nodige kennis daartoe bijbrengen; 2.iem. op iets voorbereiden, langzamerhand, behoedzaam bekend maken met...
M. J. Koenen's (1937)
bereidde h. voorbereid (1 vooraf gereedmaken, inrichten; klaarmaken; 2 langzaam, voorzichtig op de hoogte brengen): 1. iem. tot een examen voorbereiden; op alles, het ergste voorbereid; 2. iem. op iets voorbereiden; refl. zich voorbereiden voor een examen, zich op het ergste voorbereiden.
Jozef Verschueren (1930)
('vo:r) (bereidde voor, heeft voorbereid) 1. gereed-, klaarmaken ; iemand op, tot, voor een eksamen -. 2. langzamerhand, behoedzaam inlichten: iemand op iets -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(bereidde voor, heeft voorbereid). 1. van tevoren gereedmaken: een feest voorbereiden; 2. iemand op iets voorbereiden, behoedzaam bekend maken met; 3. zich op iets voorbereiden, zich ervoor gereed houden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: