Wat is de betekenis van voorbehoud?

voorbehoud - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbehouden ♢... dat ik voorbehoud

voorbehoud - zelfstandig naamwoord uitspraak: voor-be-houd 1. het iets niet mogen of kunnen ♢ het is goed, maar ik heb wel een voorbehoud 1. een voorbehoud maken [zeggen wat je er níet goed aan vin...

beperking die men aan een toezegging verbindt, b.v. hij leende zijn fiets voor de zomer uit, onder het voorbehoud dat hij hem terug zou krijgen als hij hem zelf nodig zou hebben.

voorwaarde.

s.n., foarbihâld (it); onder - dat het weer goed is, altyd as it waer goed is.

...

o., 1. het voor zich behouden, beperking te zijnen gunste: met voorbehoud mijner overige rechten; — beperking, restrictie: onder voorbehoud: iets zonder voorbehoud beloven, prijzen; — iets onder voorbehoud mededelen, melden, zonder voor de volle waarheid in te staan; — geestelijk, innerlijk voorbehou...

o. (voorwaarde, uitzondering): voorbehoud maken; iets onder voorbehoud mededelen, zeggen, d. i. onder restrictie, niet als volstrekt zeker, zonder voor de volle waarheid in te staan; met voorbehoud van; onder voorbehoud dat; zonder (enig) voorbehoud; geestelijk voorbehoud.

('vo:r) o. wat men voor zich behoudt nl. 1. voorwaarde : iets zonder beloven. 2. restriktie : onder van alle rechten; geestelijk -, restrictio, →: reservatio mentalis; iets onder mededelen, zonder voor de volle waarheid in te staan. 3. uitzondering : iets zonder prijzen.