voorafgaand
voorafgaand - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanvoorafgaan voorafgaand - Bijvoeglijk naamwoord 1. ~ aan: in de tijd eerder komend ♢ De daaraan voorafgaande gebeurtenissen verklaren veel.
Wiktionary (2019)
voorafgaand - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanvoorafgaan voorafgaand - Bijvoeglijk naamwoord 1. ~ aan: in de tijd eerder komend ♢ De daaraan voorafgaande gebeurtenissen verklaren veel.
Muiswerk Educatief (2017)
voorafgaand - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: voor-af-gaand 1. wat eerder komt of eerder is gebeurd ♢ heb je de voorafgaande bepalingen wel gelezen? Bijvoeglijk naamwoord: voor-af-gaand de/het voorafgaande ......
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., vroeger komende, plaats hebbende of gehad hebbende: de voorafgaande werkzaamheden, gesprekken ; de voorafgaande bepalingen, praemissen, preliminariën.
M. J. Koenen's (1937)
bn. (voor iets anders komende; vroeger, vorig): voorafgaande besprekingen; een voorafgaand onderzoek; als zn. Voorafgaande, o.: na het voorafgaand.
Jozef Verschueren (1930)
bn. vorig, vroeger, eerder komend : -e bepalingen, besprekingen, opmerkingen; de -e kwestie; op verzoek.
J.H. van Dale (1898)
VOORAFGAAND - bn. vorig, vroeger komende : de voorafgaande bezigheden, gesprekken; de voorafgaande (voorloopige) bepalingen, premissen, preliminariën.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: