Wat is de betekenis van voetstuk?

(1974) (Barg.) homoseksueel. Voet is hier het nettere alternatief voor poot*. • (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974) • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • (Arendo Joustra: Homo-erotisch woordenboek. 1988)

voetstuk - Zelfstandignaamwoord 1. een onderstel voor o.a. beelden en vazen ♢ Het beeld werd op een voetstuk geplaatst. Woordherkomst samenstelling van voet en stuk Synoniemen sokkel

voetstuk - zelfstandig naamwoord uitspraak: voet-stuk 1. verhoging waarop een standbeeld staat ♢ door de aanrijding is het voetstuk van het beeld beschadigd 1. iemand op een voetstuk zetten [hem be...

voetstuk - Wordt gebruikt voor relatief massieve elementen die het onderste gedeelte van structuren of objecten vormen en waarop de overige delen rusten, of waardoor die worden ondersteund. Gebruik de term 'voeten' als het basiselement waarop een object rust, relatief klein is in verhouding tot de omvang van het object.

voetstuk - homosexueel (< voet — poot, de verkorte vorm van ruigpoot, homo),

onderste stuk waarop ‘n gedenkteken rus.

s.n., fuotstik (it); (van een stijl), klip(pe).

o. (-ken), onderstel voor zuilen, beelden tropeeën, vazen enz., piëdestal; — (fig.) iets op een voetstuk plaatsen, tot een voorwerp van loftuiting en verering maken ; zich op een voetstuk plaatsen, zich hoger achten dan de anderen; — onderstuk van een kast, in tegenst. met kapstuk.

o. voetstukken (onderstel van zuilen enz.).