Wat is de betekenis van vliegticket?

2024-04-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

vliegticket

(zelfstandig naamwoord) [alg.] vliegbiljet - Waar vind ik de goedkoopste vliegbiljetten?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vliegticket

vliegticket - Zelfstandignaamwoord 1. vervoerbewijs dat een passagier recht geeft op vervoer per vliegtuig naar de bestemming die men geboekt heeft „Mijn laatste grote uitgave was een vliegticket voor onze reis naar Zuid-Afrika in februari. Samen met mijn zus, zwager en een paar vrienden gaan we er t...

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)