Wat is de betekenis van Vleeshouwer?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vleeshouwer

m. (-s), slager.

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vleeshouwer

s., fleishouwer.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vleeshouwer

m. vleeshouwers ([rund]slager).

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vleeshouwer

m. (-s) hij die vlees doodt, houwt en verkoopt. Syn. ➝ slager.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vleeshouwer

m. (-s), slager.

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)