Vital
m -> Vitalis (Zuid-Ndl., Du. en Eng.).
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. 1. vitaal, levens-; essentieel, noodzakelijk, onmisbaar; 2. levensgevaarlijk; be vital to, een levensquestie zijn voor; of vital importance, van het allerhoogste belang; the vital parts, de edele delen, de levensdelen; vital statistics, bevolkingsstatistiek; II. vitals, edele delen, levensdelen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Chaim Vital, joods mysticus, *1542 Safed, ♰1620 Damascus. Vital was een van de belangrijkste aanhangers van de kabbalist I.Lurie. Hij tekende diens leer op, bracht er systeem in en voegde er zijn eigen theorieën aan toe.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: