Wat is de betekenis van visitekaartje?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

visitekaartje

(19e eeuw) (sch.) uitwerpsel nagelaten door een dier of mens waaruit blijkt dat hij een bepaalde plaats bezocht heeft. Het WNT citeert o.a. het Handboek van de Jachtopziener uit 1915. In het Engels kent men een gelijkaardig eufemisme: ‘visiting card’ of ‘souvenir’. • Over de verbluffende hulp die hij de politie verleend...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

visitekaartje

visitekaartje - Zelfstandignaamwoord 1. (oorspronkelijk) een kaartje met de naam van de bezoeker dat achtergelaten werd indien men niet thuis aangetroffen werd en dat als bezoek telde. 2. een naamkaartje in het algemeen 3. een eerste indruk die men heeft van een organisatie Woordherkomst samenstelling van visite en kaa...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

visitekaartje

visitekaartje - zelfstandig naamwoord uitspraak: vi-si-te-kaart-je 1. kaartje waarop je gegevens staan ♢ ik gaf mijn visitekaartje af, zodat ze me konden bellen 1. dat is je visitekaartje [dat laat...

2024-04-29
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

visitekaartje

Uitwerpselen nagelaten door een dier of mens waaruit blijkt dat hij een bepaalde plaats bezocht heeft. Schertsend eufemisme uit de negentiende eeuw. Het WNT citeert o.a. het ‘Handboek van de Jachtopziener’ uit 1915. In het Engels kent men een gelijkaardig eufemisme: ‘visiting card’ of ‘souvenir’. In de zeventiende eeuw gebruikte men de uitdrukking...

2024-04-29
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Visitekaartje

Het visitekaartje in een droom wijst op een verborgen aanbidder in het dagelijkse leven of op een nieuwe kennismaking. Wanneer men de naam kan zien, zou men hieruit verdere conclusies moeten trekken.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Visitekaartje

o. (-s), naamkaartje, oorspr. om afgegeven te worden als men iem. wil bezoeken en die niet thuis vindt, thans vooral gebruikt om zich te laten aandienen, voor felicitaties en condoleanties.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

visitekaartje

o. visitekaartjes (naamkaartje).

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

visitekaartje

o. (-s) naamkaartje dat men o. a. bij een visite afgeeft, wanneer men de persoon die men bezoeken wil, niet thuis vindt.