Wat is de betekenis van VIJZELEN?

2023-03-28
Historische collectie Nederland begrippenlijst

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

vijzelen

Het omhoogbrengen van een zwaar object, b.v. een deel van een gebouw, d.m.v. een vijzel.

2023-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vijzelen

v., fizelje.

2023-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vijzelen

(vijzelde, heeft gevijzeld), met een vijzel omhoog heffen : iets omhoog vijzelen, (fig.) verheffen (meestal opvijzelen).

2023-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vijzelen

vijzelde, h. gevijzeld (opwinden; fig. opheffen); verg. opvijzelen.

2023-03-28
Jozef Verschueren

Jozef Verschueren (1930)

vijzelen

('vijzələn) (vijzelde, heeft gevijzeld) I. [vijzel Il 1] met een vijzel uitmalen : water -. II. [vijzel II 2] 1. Eig. met een vijzel bewerken nl. a. opwinden, b. strak spannen. 2. Metf. [van 1 a] verheffen.

Lees verder
2023-03-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vijzelen

(vijzelde, heeft gevijzeld), met een vijzel omhoogheffen: iets omhoog vijzelen; verheffen.

2023-03-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VIJZELEN

VIJZELEN - (vijzelde, heeft gevijzeld), met eene vijzel opwinden; (fig.) verheffen; — met eene vijzel strak spannen; — met eene vijzel water uitmalen.

Lees verder