Wat is de betekenis van VIJZELEN?

2024-04-26
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

vijzelen

Het omhoogbrengen van een zwaar object, b.v. een deel van een gebouw, d.m.v. een vijzel.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vijzelen

v., fizelje.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vijzelen

(vijzelde, heeft gevijzeld), met een vijzel omhoog heffen : iets omhoog vijzelen, (fig.) verheffen (meestal opvijzelen).

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vijzelen

vijzelde, h. gevijzeld (opwinden; fig. opheffen); verg. opvijzelen.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vijzelen

('vijzələn) (vijzelde, heeft gevijzeld) I. [vijzel Il 1] met een vijzel uitmalen : water -. II. [vijzel II 2] 1. Eig. met een vijzel bewerken nl. a. opwinden, b. strak spannen. 2. Metf. [van 1 a] verheffen.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vijzelen

(vijzelde, heeft gevijzeld), met een vijzel omhoogheffen: iets omhoog vijzelen; verheffen.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VIJZELEN

VIJZELEN - (vijzelde, heeft gevijzeld), met eene vijzel opwinden; (fig.) verheffen; — met eene vijzel strak spannen; — met eene vijzel water uitmalen.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)