Vettigheid
s., fetlikens, fetlikheit, gleijens.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. het vettig-zijn : 2. (...heden), wat vet is, het vette : zo geve u dan God van den dauw des hemels en de vettigheden der aarde (Gen. 27:28); wat vettig of smerig is.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., 1. het vettig-zijn; 2. gehalte aan vet; 3. (-heden), wat vet is, overvloed, rijke vruchten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: