Wat is de betekenis van vetje?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

vetje

Het begrip vetje heeft 5 verschillende betekenissen: 1) klein karperachtig visje. klein, spoelvormig, zilverachtig zoetwatervisje met afgeronde vinnen dat tot de karperachtigen behoort. 2) vetrolletje; vetopslag. vetopslag; vetrolletje; vetrand; vetkwab. 3) stukje vet aan vlees. vet stukje aan vlees of in worst; stukje vet of...

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

vetje

1) (1999) (jeugd) leuk persoon. • Claudia noemt Judiths Michael een 'vetje', terwijl Judith Claudia's Victor maar een 'botje' vindt. (HP/ De Tijd, 16/07/1999) 2) (19e eeuw) (inf.) buitenkansje; onverwachte meevaller. • Vetje = winstje, gelukje, buitenkansje, onverwacht voordeeltje; ook Geld. Vgl. smantje. (v. Dale: vetje =...

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vetje

o. (-s), I. iets dat vet is ; — klein stukje vet, inz. in vleesjus; 2. (fig.) buitenkansje, voordeeltje : — smulpartijtje : 3. (Zuidn.) schuine mop ; 4. karperachtige vis (Leucaspius delineatus).

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vetje

o. vetjes (voordeeltje, winstje).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vetje

o. (-s) vklw. van → vet (B).

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vetje

o. (-s), 1. klein stukje vet, m.n. in vleesjus; 2. Leucaspius delineatus, vissoort uit de familie karperachtigen ; 3. buitenkansje, voordeeltje. Het vetje is een tot 8 (soms 12) cm lange, ook in Nederland en België aangetroffen vis, die in de meeste matig stromende of stilstaande kleinere wateren van gematigd Europa (Noord-Frankrijk tot Oera...