Wat is de betekenis van VETEREN?

2024-04-28
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Veteren

Veteren - spotten met; berispen.

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Veteren

ww zijn veto uitspreken.

2024-04-28
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

veteren

veteren - (ook: iem. naar zijn gat veteren), geslachtsgemeenschap hebben met eig. ‘een pak slaag geven’ (de bet.-overgang is min of meer te vergelijken met die bij vechten; ongetwijfeld zal ook veter ‘penis’ een rol hebben gespeeld). Kenje wat veteren, vetert jou wijf, jou lief, jou bruyt, BREDERO I, 271 [1673]. Myn dogter z...

2024-04-28
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

veteren

(veterde, heeft geveterd), met een veter sluiten. De zwarte, keurig geveterde schoenen van de frater lijken wel treiterend te glimlachen (van Mulier 1972: 50). - Etym.: In AN verouderend. - Syn. vastveteren ( ). Zie opk: losveteren( ).

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Veteren

(veterde, heeft geveterd), 1. met een veter toe- of dichtrijgen; 2. (vero.) doorhalen ; te keer gaan (tegen).

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

veteren

veterde, h. geveterd (met een veter toerijgen), ik zal mijn laarzen even veteren; zegsw. fig. iemand veteren, doorhalen.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

veteren

('ve:tərən) (veterde, heeft geveterd) 1. met veters dichtrijgen : laarzen, een korset -. 2. streng berispen, doorhalen : iemand -. Syn. → bedillen.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VETEREN

VETEREN - (veterde, heeft geveterd), met een veter toe- of dichtrijgen ; iem. veteren, bekijven.